Sociale categorieën
Geslacht
In ons onderzoek naar de houding van Vlamingen ten aanzien van migranten is het de bedoeling dat we de houding van de verschillende sociale categorieën in kaart brengen. We maken dan vooreerst een onderscheid tussen mannen en vrouwen. De idee leeft immers dat racistische partijen als het Vlaams Blok (sinds kort het Vlaams Belang) voornamelijk mannelijke kiezers aantrekt. Verder zal blijken of ook in dit onderzoek mannen globaal gezien racistischer zijn en een intolerantere houding vertonen tegenover migranten dan vrouwen. Om het aandeel van elke groep in de enquête te kennen, gebruiken we volgende voor de hand liggende vraag:
Wat is uw geslacht?
- Man
- Vrouw
Er hebben ongeveer evenveel mannen als vrouwen aan deze enquête meegewerkt, 1095 mannen en 1004 vrouwen, zoals op de grafiek duidelijk te zien is.
Leeftijd
Omdat van jongeren gezegd wordt dat ze meer openstaan ten aan zien van een multiculturele samenleving en van ouderen dat ze conservatief zijn leek het ons nuttig om te achterhalen in hoeverre dat dit terecht is. Dit zullen we doen door de verschillende leeftijdscategorieën eens te testen op hun tolerantieniveau. Het is namelijk zeker niet ondenkbaar dat deze sociale categorie een grote invloed heeft op de houding tegenover allochtonen. We gebruiken hiervoor de eerste vraag van de enquête;
In welk jaar en welke maand bent u geboren?
Jaar 19.. maand:
De mensen die ondervraagd werden, zijn allemaal stemgerechtigd en dus ouder dan achttien jaar. Maar zelfs dan blijft dit een te uitgebreide groep. Daarom hebben we de leeftijden onderverdeeld in vijf leeftijdscategorieën. We hebben ons hiervoor gebaseerd op de onderverdeling die zowel het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur in België gebruikt als het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in Nederland.
- 18-24
- 25-44
- 45-64
- 65-74
- 75+
Maar omdat het aantal personen in de verschillende categorieën dan heel ongelijkmatig verdeeld zijn hebben we het een beetje aangepast. Dit zal de latere vergelijking enkel ten goede komen.
- 18-30 · Geb. Jaar: 77-65
- 31-44 · Geb. Jaar: 64-51
- 45-54 · Geb. Jaar: 50-41
- 55-65 · Geb. Jaar: 40-30
- 66+ · Geb. Jaar: 29-...
Opleidingsniveau
Kijken mensen met een hogere opleiding anders naar immigranten dan mensen met een lagere opleiding? Om deze vraag te kunnen beantwoorden zullen we het opleidingsniveau van de respondenten uit de enquête moeten koppelen aan hun houding naar vreemdelingen toe (dit aan de hand van de index racisme). We halen de gegevens voor deze variabele uit de antwoorden op vraag 18:
Wat is het hoogste getuigschrift of diploma dat u heeft gehaald?
De mogelijke antwoorden op deze vraag zijn:
- Geen
- Lager onderwijs
- Lager secundair beroepsonderwijs
- Lager technisch secundair (A3)
- Lager algemeen vormend secundair
- Hoger beroepsonderwijs
- Hoger technisch secundair (A2)
- Hoger algemeen vormend secundair
- Niet universitair hoger onderwijs (A1)
- Universitair onderwijs
- Andere of bij twijfel (specificeer)
Om onze analyse duidelijker te maken hercoderen we deze 11 mogelijkheden echter tot 4 in grootte vergelijkbare categorieën. Gegevens die niet in één van deze categorieën passen (wegens onvolledig of ontbrekend) vallen dus weg. De categorieën zijn:
- Geen of lager onderwijsdiploma
- Lager secundair onderwijsdiploma
- Hoger secundair onderwijsdiploma
- Universitair en niet-universitair hoger onderwijsdiploma
De hercodering gaat als volgt:
1 en 2 → 1
3, 4 en 5 → 2
6, 7 en 8 → 3
9 en 10 → 4
De respondenten die kozen voor "Andere of bij twijfel (specificeer)" werden niet mee gehercodeerd. Deze zullen als ontbrekende waarden worden behandeld.
Beroep
Een ander interessant onderscheid dat we kunnen maken, is dat tussen werklozen en werkenden en verder dat tussen loontrekkenden en zelfstandigen. Men zou immers kunnen stellen dat werklozen verbitterd zijn en daardoor minder open zijn tegenover migranten. We kennen allemaal de culpabiliserende uitspraken als "Ze komen ons werk afpakken".
Men kan ook veronderstellen dat zelfstandigen een andere kijk hebben op allerlei maatschappelijke toestanden (zoals bijvoorbeeld de migrantenproblematiek) dan de loontrekkenden.
Om al deze groepen te onderscheiden, maken we gebruik van vraag acht:
Werkt u in loondienst en/of als zelfstandige?
- Loontrekkend
- Zelfstandig
- Andere
- Ontbrekend
- Werklozen
We weten dat 9 hier staat voor de categorie 'werklozen', vermits het bijbehorende percentage exact overeenstemt met het aantal respondenten dat 'neen' antwoordde op vraag drie: "Heeft u momenteel betaald werk?".
Bij deze grafiek merken we op dat het aantal werklozen klaarblijkelijk erg hoog is, maar dat dit natuurlijk een gevolg is van het grote aantal studenten en gepensioneerden die bij vraag drie uiteraard "nee" hebben geantwoord. Ze hebben inderdaad geen betaald werk en worden daarom onder de naam "werklozen" geplaatst.